Hindelooper dracht

Hindelooper getrouwde vrouw in pronkdracht,
niet in de rouw
 

Wol en linnen, dat waren de stoffen waar de Hindelooper vrouwen kleding van maakten. Totdat in de late 17e en in de 18e eeuw de Verenigde Oostindische Compagnie katoen meebracht uit India. En wat voor katoen! Sitsen met prachtige (hand)beschilderde bloempatronen en Oost-Indische bonten met ingeweven ruiten. Stoffen met mooie, heldere kleuren, die er ook na vele malen wassen nog steeds mooi uitzagen en bovendien niet gekrompen waren!

Het Hindelooper vrouwenkostuum ging een eigen koers varen. De Hindelooper vrouwen combineerden bloemen en ruiten. Dit leverde een kleurrijk geheel op. De kleurencombinaties waren echter wel aan regels gebonden, want ze hadden een symbolische betekenis gekregen. Veelkleurige sits in combinatie met roodgeruit Oostindisch bont stond voor een levensfase zonder verlies. Blauw betekende rouw.

Daarnaast was het direct te zien of een Hindelooper vrouw getrouwd was of de ware nog moest tegenkomen. Allemaal hadden ze een zondoek om het hoofd gespeld, maar alleen de getrouwde vrouwen mochten daaronder het hoge, witte hoedje dragen. Van de zijden omslagdoek, die later werd toegevoegd, werd ook verteld dat die een signaalfunctie had. De knoop op het hart betekende dat het hart bezet was.

Natuurlijk was er ook verschil tussen pronk- en werkdracht. Op zon- en feestdagen kwam de lange jas van sits tevoorschijn. In de werkkleding waren hooguit de mouwen en het borstlapje van sits.

De Hindelooper mannen hielden zich bij een meer algemene modedracht, die ook in Friesland en Holland werd gedragen. Deze bestond uit een donkere jas, broek, kousen en hoed in combinatie met een kleurrijk jak (wòlhimd) van sits, laken, zijde- of woldamast en een fijn, wit, batisten halsdoekje. De Hylpers waren wat behoudender ingesteld, waardoor ze soms jaren achterliepen bij de mode.

De kinderen werden vanaf de geboorte ‘op syn Hypers’ gekleed. Bij elke nieuwe levensfase hoorde een andere variant.

Omstreeks 1880 verdween de Hindelooper dracht definitief uit het straatbeeld. Alle variaties van de vrouwen- en de mannendracht en de verschillende kinderkostuums zijn in het museum te zien.

detail kleding getrouwde vrouw (sitsen wentke, schort van OostIndisch bont, rijglijf met rijgveter en voorspelddoekje van OostIndisch bont)

zondoek van een ongehuwde vrouw

Hindelooper man met zijdedamasten wòlhimd